Marie Bloemgarten
In het kader van een profielwerkstuk voor het vak geschiedenis op het Sintermeertencollege hebben Anemoon Jeeninga en Noëlle Kreutz onder andere een onderzoek gedaan naar de familie Bloemgarten uit Heerlen. Een deel van de informatie is afkomstig uit gesprekken met Marja Pinckaers, kleindochter van Marie Bloemgarten. De plaatjes bij dit verhaal stammen uit een maquette die door Anemoon en Noëlle speciaal is gemaakt.
De familie Bloemgarten
Het begin
Ons onderzoek begint met Jacques Benoit Bloemgarten. Hij is geboren in Rotterdam en besloot op latere leeftijd dat hij naar Heerlen wilde verhuizen. Dit deed hij dan ook en in Heerlen is hij koopman geworden. Daarna is hij getrouwd met Jeannette Henriëtte Bloemgarten- Meijers, zij was geboren in Middelburg. Samen kregen ze twee dochters: Suze Bloemgarten en Felicia [Felicie volgens dochter Ellen Goudsmit] Jacoba Bloemgarten. Beide zijn in Heerlen geboren. De familie Bloemgarten woonde op Tempsplein 13.
De Joodse gemeenschap
De Familie Bloemgarten had een belangrijke plaats in de Joodse gemeenschap. Dit wil niet meteen zeggen dat de Familie volgens de strikte Joodse tradities leefde: integendeel. Ze aten koosjer, gingen af en toe naar de synagoge en trouwden volgens de Joodse wetten.
Jacques en Jeannette hadden beiden veel relaties, binnen en buiten de Joodse gemeenschap, en hebben dit in de tweede wereldoorlog goed kunnen gebruiken. Via hun vrienden- en kennissenkring hebben ze veel onderduikadressen kunnen vinden. Na de oorlog, die ze beiden overleefden, hebben ze veel slachtoffers geholpen bij het opbouwen van hun leven.
De oorlog
Tijdens de ergste jaren van de oorlog heeft de familie ondergedoken gezeten op een kamer op een boerderij op Ten Esschen. Door dit onderduikadres hebben zij de oorlog overleefd. Er werd daar goed voor hen gezorgd, er is een huisarts langs geweest toen Jacques ernstige hartklachten kreeg. Ook werd dochter Suze eens midden in de nacht naar een tandarts gebracht om een pijnlijke kies te laten trekken. Op 17 september 1944 kwam voor de familie Bloemgarten bevrijding van het onderduiken. [Volgens Ellen Goudsmit, de dochter van Felicie, heeft Felicie niet met de familie ondergedoken gezeten. Zij heeft tijdens de oorlog verschillende onderduikadressen gehad. Tijdens de onderduik heeft ze een galblaasontsteking opgelopen, waarvan ze altijd de gevolgen heeft ondervonden. Felicie heeft de oorlog overleefd. Volgens Ellen Goudsmit was Felicie atheïst en niet geïnteresseerd in het jodendom of Joodse religie. e-mailcorrespondentie 21-4-2020, Nico Zijlstra]
Marie Bloemgarten,22-06-1898
Haar vader heette Felix Bloemgarten. Hij trouwde met Emma Horn. Samen kregen ze twee zoons en twee dochters. Haar twee broers heette Henk en Jacques en haar zus heetten Evelien. Marie was de jongste van het gezin en ze woonden in Heerlen.
Jeugd
Waar ging ze naar school?
Ze ging in Heerlen naar school. Eerst heeft ze de basisschool gedaan. Daarna is ze verder gegaan naar de MULO.
Waar woonde ze?
Ze heeft als kind in Heerlen gewoond. Later is ze, als getrouwde vrouw, naar Maastricht gegaan.
Wat voor soort vriendengroep had ze?
Marja weet het niet zeker. Ze denkt dat het gewoon een gemengde groep geweest is. Merkte ze al wat van het verschil tussen de katholieken en de joden?
Ze heeft er, richting WO II, natuurlijk steeds meer van gemerkt. Ze is geboren voor WO I, dus ze heeft gewoon eerst een normale jeugd gehad. Tussen WO I en WO II heeft ze altijd goed gevolgd wat de ontwikkelingen in Duitsland waren, dus ze heeft zo beetje bij beetje wat meer ervan gemerkt.
Huwelijk
Ze getrouwd met Victor Hertzdahl. Dit was een man uit Sittard. Haar zus Evelien was getrouwd met een broer van Victor, Sylvain Hertzdahl. Victor was de broer van Marie’s zwager. Dus: er zijn twee broers met twee zussen getrouwd. Ze zijn op 07-09-1920 in het huwelijksbootje gestapt. Ze werd toen Marie Hertzdahl – Bloemgarten.
In 1921 werd Mathilde geboren. Dit is de moeder van Marja (met wie we het interview hebben gehad). In 1924 werd Karel geboren. Ze zijn, omdat Victor in Maastricht werkte, naar Maastricht verhuisd. Daar heeft ze de rest van haar leven doorgebracht.
De oorlog
Voor de oorlog hadden ze een heel leuk leven. Victor en zijn broer, hadden een zaak in heren- en jongenskleding. Het ging ze heel goed. Ze hadden zelfs genoeg geld om op vakantie te gaan. Dit hadden niet veel mensen. De joden in Maastricht maakten gemakkelijk contact met de niet- Joden. Dit kwam ook doordat er in Maastricht niet zoveel Joden waren.
Marie zat in een sociale groep waarbij er veel werd nagedacht over hoe het in Duitsland ging. Dit heeft ervoor gezorgd dat ze geholpen hebben bij het opnemen van de Joodse vluchtelingen uit Duitsland. Ook hebben Marie en Victor in die tijd veel ‘gehamsterd’. Ze hebben voordelig etenswaren opgekocht en deze hebben ze, in het begin van de oorlog, uitgedeeld aan mensen die het hard nodig hadden.
Een ander voorbeeld dat ze rekening hielden met oorlog was dat Victor voor zijn dochter een diamant gekocht had. Een diamant behoudt namelijk altijd zijn waarde, geld niet. Daarmee had zijn dochter altijd iets van waarde op het moment dat ze het misschien nodig had.
Tijdens oorlog
In 1942 waren de maatregelen tegenover de Joden gigantisch groot. Ze mochten geen auto, fiets, radio (…) hebben. Je kunt je dan bijna niet meer bedenken hoe ze dan kunnen leven. Ze moesten in Maastricht hun huis uit. Victor Hertzdahl- Bloemgarten is toen opgepakt. Een paar kinderen hadden namelijk een bordje met ‘VERBODEN VOOR JODEN’ in het park weggehaald. Er werden toen, als wraakactie, lukraak tien Joden opgehaald. Onder deze tien zat Victor. Marie Hertzdahl- Bloemgarten heeft geprobeerd om haar man vrij te kregen maar het antwoord was dat ze mocht kiezen: of haar man, of haar zoon moest achterblijven.
Ze heeft haar man daarna nooit meer terug gezien. Hij is via Amersfoort naar Auschwitz gestuurd en is daar vergast. Dit is een van de belangrijkste redenen geweest dat ze ondergedoken zijn. Marie bleef met haar twee kinderen over en het werd steeds gevaarlijker.
Marie is samen met haar twee kinderen naar Brussel gegaan. Daar zijn ze, samen met de familie van haar zus Evelien, bij vrienden ondergedoken. Nadat Marie was opgepakt zijn haar kinderen in het Belgische Lanaken ondergedoken.
In Brussel hebben ze het onderduikadres zelf gevonden. Bij het vinden van een plek in Lanaken zijn ze geholpen door Gilles Hardenberg, een duiker van Rijkswaterstaat. Gilles wist, bijvoorbeeld, precies hoe hij de grenswachten een beetje dronken kon voeren…
Opgepakt
Omdat ze geld nodig had om het Brusselse onderduikadres te betalen, is Marie op een gegeven moment geld gaan ophalen bij familie. Ze is toen door iemand gezien en verraden: daarna is ze, samen met haar zwager opgepakt. Dit was in februari 1943.
In welke kampen heeft Marie Hertzdahl- Bloemgarten allemaal gezeten en hoe is ze daar terecht gekomen?
Nadat ze opgepakt waren zijn Marie en haar zwager naar een de Dossin-kazerne (in de buurt van het Belgische Mechelen) gebracht. Vanuit daar zijn ze op transport gezet richting Auschwitz. Vanuit Auschwitz is Marie, in januari 1945, nog naar Ravensbrück gebracht. In de buurt van Hamburg is ze uiteindelijk bevrijd en overgedragen aan het Zweedse Rode Kruis.
“Weetje” over het transport van Marie Hertzdahl - Bloemgarten:
1. Dit, zgn. XXste transport uit België, was het eerste zwaarbewaakte transport met veewagens.
2. Dit was de eerste en de enige trein, uit heel Europa naar de kampen, waar een aanslag op gepleegd is. (deze is mislukt)
Wat was haar kampnummer en hoe en waar kwam ze daaraan?
Het nummer van Marie Hertzdahl- Bloemgarten weten we niet. We weten wel hoe ze eraan gekomen is: Toen Marie, samen met haar zwager, aankwam in Auschwitz werden ze getatoeëerd. Hun naam viel weg en iedereen die het kamp binnenkwam werd een nummer. Dit nummer werd, om het niet te vergeten, in de arm getatoeëerd. Hierdoor kan niemand het meer kwijtraken.
Wie was bij haar in het kamp?
Ima Spanjaard en haar zwager, Dorus Wolf. Haar andere zwager, Sylvain Hertzdahl, was meteen bij aankomst in Auschwitz vergast. Ima Spanjaard is een jonger meisje dat ze ontmoet had in de Dossin- kazerne. Samen gingen ze in de trein richting Auschwitz. Ima en Marie hebben veel steun aan elkaar gehad: ze waren de hele drie jaar dicht bij elkaar in de buurt en hielpen elkaar waar ze maar konden.
Wat waren Marie’s taken in het kamp?
Allereerst was ze een verpleegster. Ze moest de mensen, waarop Mengele (of een van zijn collega’s) zijn experimenten uitvoerde, verplegen. Mengele is een arts die het leuk vond om te kijken hoe hij mensen kon verminken en hoe het lichaam zichzelf zou herstellen. Ook heeft hij veel experimenten, met dodelijke afloop, gedaan. Later heeft Mengele besloten dat hij ook experimenten op Marie kon doen waardoor Marie in het ‘ziekenhuisbed’ terecht kwam waar ze, van tevoren, naast gestaan had.
Einde oorlog
Uit de brief van Marie Bloemgarten hebben we kunnen halen dat ze blij was. Ze omschreef het zelf als: “Het was een sprookje van duizend en een nachten”.
Wat was het eerste wat ze na de bevrijding deed?
Marie heeft als eerste genoten: genoten van alle lieve mensen om haar heen, van alle zorg die ze kreeg, van al het eten… Daarna heeft ze een brief geschreven naar haar familie om te laten weten dat ze leefde en om te horen hoe het met de rest van haar familie was.
Wanneer kwam ze terug in Nederland en wie leefden er allemaal nog?
Augustus 1945, ze is toen meteen doorgegaan naar Maastricht. De rest van haar gezin heeft het, behalve haar man, overleefd. Haar man is in een concentratiekamp gestorven. De rest van haar gezin is onder kunnen duiken waardoor ze veilig door de oorlog zijn gekomen. Van de rest van de familie zijn er nog twee mensen omgekomen in de kampen.
Hoe is ze weer in contact gekomen met de rest van haar familie?
Marie Bloemgarten is op een hele toevallige manier in contact gekomen met familie. Haar dochter en zoon hadden een interview gedaan met een krant. Die krant is, per gelukkig toeval, in New York uitgekomen waar de broer van Marie woonde (en werkte bij Shell): Henk. Henk Bloemgarten is er zo achter gekomen hoe het met zijn familie ging. Marie heeft in diezelfde tijd, via Shell- Zweden, contact laten zoeken met haar broer Henk in New York. Het contact met haar gezin heeft ze uiteindelijk via haar brief en via haar broer Henk gekregen.
Hoe heeft ze de terugkeer naar Nederland ervaren?
Toen ze terugkwam in Limburg heeft ze het boek dichtgemaakt: ze wilde niet meer over Auschwitz nadenken en heeft dit ook geprobeerd niet te doen. Ze heeft geprobeerd haar leven weer op te pakken. Ze is in hetzelfde huis gaan wonen dat ze in de tweede wereldoorlog achter heeft moeten laten en heeft de winkel, Wolf&Hertzdahl, ook weer teruggekregen. Het enige verschil met voor de oorlog was, dat ze er nu alleen voor stond omdat haar man overleden was…
Rest van haar leven
Is erover gepraat met de rest van de familie?
Nee, Marie Bloemgarten had het hoofdstuk gesloten en heeft het niet meer open gedaan: ze wilde er niet meer over praten en dat heeft dan ook niemand gedaan. Pas op het moment dat Marja Pinckaers, de kleindochter van Marie, begon te beseffen dat er meer gebeurd moest zijn, is de doofpot weer geopend.
Heeft ze veel problemen gehad na de oorlog?
Marie Bloemgarten heeft veel problemen gehad bij de verwerking. Ze wilde er niet over praten maar kon er eigenlijk ook niet over zwijgen. Ze heeft gedacht: “Mijn zoon en dochter hebben zelf al zo’n moeilijke tijd gehad, moet ik ze dan nog gaan vertellen wat ik heb meegemaakt?” Ook heeft ze na de oorlog nog een aantal hersteloperaties moeten ondergaan om te herstellen wat Mengele haar, met zijn experimenten, heeft aangedaan. Na de oorlog durfde ze niet meer alleen in het donker te zijn en wilde ze altijd iemand bij zich hebben. Wat opvallend is, is dat ze nooit haatdragend is geweest tegenover de Duitsers. Ze wist dat ze daar niets mee op zou schieten.
Hoeveel kleinkinderen heeft ze uiteindelijk gekregen?
Marie Bloemgarten heeft vier kleinkinderen gekregen. Van elk kleinkind heeft ze enorm genoten. Ze ging met ze op stap, trok met ze op en de kinderen kwamen vaker bij haar logeren.
Hoe is het leven verder gegaan?
Ze heeft haar eigen winkel weer terug gekregen: Wolf&Hertzdahl, een warenhuis. Ze is weer in Maastricht gaan wonen: haar familie is uiteindelijk weer in Heerlen, op het Tempsplein, terecht gekomen. Jacques Benoit, die op Tempsplein 13 woonde met zijn gezin overleed in 1946. Zijn kinderen en zijn weduwe zijn naar Amsterdam verhuisd. Eveline, de weduwe van Sylvain Hertzdahl bleef tot haar dood in 1956 op Tempsplein 27 wonen.
In 1978 is Marie Bloemgarten overleden, 83 jaar oud. Ze zei altijd: "De kampjaren tellen dubbel".